Jibbe Willems staat voor een publiek te vertellen.
Maren van der Burght
kennisbank

Pogingen tot contact - Jibbe Willems Concept voor Over de Grens #4 ‘van je eigen generatie’

Naar aanleiding van het thema van Over de Grens in september 2024, schreef Jibbe Willems de tekst 'Pogingen tot contact' die hij tijdens de talkshow voordroeg.

Op de toneelacademie in Maastricht loop je
als je afdaalt naar de kantine
langs een eregalerij van afstudeerklassen,
jaargang na jaargang op foto’s
met voornamelijk vergeten talenten
die steeds dieper het verleden in tasten.

Toen ik daar voor het eerst binnenliep,
eind jaren negentig, zag ik de foto’s van de hemelbestormers
uit de jaren zeventig en dacht ik dat ik diep het vergeelde verleden inkeek.

Auditanten die nu de gang doorlopen, zien mijn foto hangen;
voor hen zijn de jaren negentig wat voor mij de jaren zeventig waren,
minstens net zo diep het vergeelde verleden in.

Terwijl die foto naar mijn idee pas eergisteren genomen is.

Maar ook ik loop rond in een gestold verleden,
misschien niet met wijde pijpen en bakkebaarden,
maar dan met andere idioterieën van een kwart eeuw oud,

zoals het geloof in voortuitgang,
de ontkenning van het eigen, witte, privilege,
en de kans op een koophuis als zzp’er in het theaterveld.

Zo heeft iedere tijd zijn blinde vlekken.

Niet dat ik oud ben, al schrikt mijn vrouw altijd een beetje
als iemand mijn leeftijd uitspreekt. Ik zelf ook.
Ik ben helemaal niet zo oud als die combinatie van cijfers,
het getal dat niet genoemd mag worden. My own private Voldemort.

Ik snap leeftijd sowieso niet.

Toch hebben we de neiging onszelf op te sluiten
binnen onze eigen generatie;
onze voorlopers als beeldbewakers te beschouwen
en onze nakomers als beeldenstormers,
onbereikbaar en onbenaderbaar,
de een te conservatief en de ander te progressief
en wij zelf, als het verstandige midden, het enige evenwicht,
missen het moment dat we van te groen naar te rijp overspringen,
met het risico op rot terwijl we reiken naar het ongrijpbare; naar dat wat we niet zijn.

Maar wie zich in de eigen generatie opsluit
en het hoofd meewarig schudt
om de onbegrijpelijke gekkigheid van anderen
vergeet wat theater, of kunst is;

pogingen jezelf te verhouden tot de wereld
en tot de mensen in die wereld.

Of, scherper nog; pogingen jezelf te verhouden
tot een veranderende wereld
en tot de veranderende mensen in die veranderende wereld.

Wie weigert te bewegen brokkelt af.

En beweging is intergenerationeel.

Ik werk graag met generaties boven me
om kennis op te nemen
en omdat het verleden je een blik in de toekomst kan laten werpen.

Ik werk graag met mijn eigen generatie
omdat we een wereld en een taal delen
en het soms fijn is gedeelde ervaringen in vorm en inhoud in te zetten.

Ik werk graag met generaties die weer verder zijn in de tijd
/ om scherp te blijven op verhoudingen, in vormen, vertelstructuren en narratieven, /
om bij te blijven in de pogingen de transitie van de wereld naar het goede te bewegen
(vooral wanneer de tegenreactie almaar duisterder wordt), / om me te realiseren dat wat we normaal dachten eigenlijk helemaal niet normaal was / ik ben de nieuwe generatiesdankbaar voor de afbraak van het concept van de geniale gek / van het wegslaan van de hand boven het hoofd van de grensoverschrijdende kunstenaar / ik geniet van de beweging naar samenwerking en collectief / ik bewonder de aandacht voor geestelijke gezondheid / omdat aandacht voor geestelijke gezondheid in mijn opbouwjaren een concept was dat wees op zwakte en nu, gelukkig, op moed en kracht – op een gezonde en duurzame werkpraktijk.

Natuurlijk is er overlap, in ervaring en inhoud, in vorm en betekenis,
in zoektocht en experiment, in kennis en ook in onwetendheid,
in hoop en in vrees, in pogingen elkaar en een publiek te bereiken
in vatbaarheid voor de agressieve domheid van onverschillige politiek.

We leven niet in een afgebakende wereld, dus laten we ook niet werken
in een afgebakende wereld.

Daarnaast is intergenerationeel werken ook een kwestie
van een verstandige acquisitie; hoe langer een generatie werkt,
hoe kleiner die generatie wordt. De toekomst ligt altijd buiten jezelf.

Ik heb zeven pogingen tot contact geformuleerd, om vanuit verder te denken:

1 Durf van elkaar te leren.
Ik geef les en begeleid schrijfprocessen om mijn ervaring te delen, ik luister en kijk naar nieuwe makers om van hun ervaring te leren. Ik volg workshops om mijn kennis te scherpen.

2 Geld is ook niet alles.
Investeer in nieuwe makers. Werk onder je prijs voor een beginnend gezelschap. Een investering in de toekomst is niet altijd financieel.

3 Zoek elkaar op.
Ga koffie drinken met elkaar. Zie elkaars voorstellingen. Lees elkaars voorstellen. Zie elkaar staan.

4 Wees zichtbaar en benaderbaar.
Ik zet al mijn teksten gratis te downloaden op mijn site en biedt monologen voor audities gratis aan. Ik zeg niet dat iedereen dat moet doen, maar vooral voor beginnende makers is een online aanwezigheid belangrijk voor de vindbaarheid; maak – naast social media - een simpele site met een portfolio van je werk. Geef opdrachtgevers de mogelijkheid je te vinden.

5 Help de infrastructuur.
Ik heb heel veel gehad aan mensen en instituten die bereid waren mij te helpen. Ik vind het belangrijk die infrastructuur te ondersteunen, ik zit in jury’s en commissies, was bestuurslid van de Auteursbond, en adviseur bij LIRA en Fonds Podiumkunsten. Op die plekken zijn óók nieuwe makers nodig, omdat de mensen met ervaring (zoals ik) soms, of misschien wel vaak, blinde vlekken kunnen krijgen: privilege en poortwachterschap liggen altijd op de loer.

6 Het collectief is de moeite waard.
Zeker in mijn veld, het theater, is iedere poging een gezamenlijke poging. Je hoeft het niet alleen te doen. Je hebt elkaar. Help elkaar en wees bereid hulp te aanvaarden.

7 Bak samen een grotere koek
Laten we niet jaloers worden, verongelijkt of rancuneus. Laten we anderen hun succes gunnen en vieren alsof het de onze is. We worden niet groter door anderen de grond in te trappen. Laten we geen concurrenten zien maar collega’s. Als we niet vechten om de kruimels kunnen we samen een grotere koek bakken. Ieder van ons is maar één draadje, samen kunnen we weefsel maken.

Dus dat. Laten we weefsel maken.

Meer kennis