Interne marketingomgeving

Dit artikel beschrijft de interne marketingomgeving van een organisatie. Wanneer je een project of initiatief wilt gaan starten is het belangrijk dat je een aantal dingen in kaart brengt om te kunnen bepalen hoe je dit ‘in de markt gaat zetten’. Dat wordt marketing genoemd. Daarbij kijk je zowel naar jouw eigen of interne omgeving als naar de buitenwereld of externe omgeving. Op basis van het marketingproces kan je gemakkelijker een plan van aanpak, een begroting en een communicatieplan opstellen.

Wat is de interne marketingomgeving?

Hiermee wordt jouw eigen bedrijfsomgeving of alles dat direct met het initiatief of project of het vervaardigen daarvan te maken heeft bedoeld. Wanneer je dit goed analyseert kun je, zeker tijdens de SWOT-analyse, inzichten krijgen in de punten waarop je sterker staat en waar jouw aandachtspunten liggen. Er bestaan niet zoveel uitgebreide modellen als bij de externe analyse. We doen zelf een voorzetje om het gemakkelijker inzichtelijk te maken door een onderscheid te maken in de product gerelateerde kenmerken en de organisatorische kant om dit product (of dienst natuurlijk) te kunnen realiseren.

Product gerelateerde zaken

Je hebt een product of dienst bedacht dat je in de markt wilt gaan zetten. Dit kan binnen de cultuursector van alles zijn, van een theatervoorstelling tot een kunstwerk en van een festival tot kleding. Het is goed om dit (in eerste instantie voor jezelf) op papier te zetten. Je kunt daarvoor een plan van aanpak of een projectplan gebruiken. Ook al ben je nog helemaal niet zeker van hoe het precies wordt, begin er gewoon mee. Later tijdens de externe analyse en tijdens de SWOT-analyse kom je hoogstwaarschijnlijk tot inzichten waarmee je het kunt bijsturen. Breng in ieder geval de volgende dingen in kaart.

Visie, missie en doelen

Beschrijf de visie, de missie en de doelen in een zo vroeg mogelijk stadium. Je missie en visie zijn vaak persoonlijk en staan al wel redelijk vast als het goed is. Jouw doelen kunnen later nog bijgewerkt en uitgebreid worden.

Kenmerken van het product of dienst dat je aanbiedt

Ieder product, dienst, initiatief of project heeft bepaalde eigenschappen of je wilt dat die deze mee gaan krijgen. Bedenk in het beginstadium alles wat je het liefste zou willen, ongeacht of het helemaal te realiseren is. Dat kan je later nog onderzoeken en waar nodig bijsturen. Stel je zelf een lange lijst met vragen en geef zo specifiek mogelijk antwoorden hierop. Je kunt denken aan dit soort vragen:

• Waar is het?
• Hoe ziet het er uit, hoe ruikt het, hoe voelt het etc.?
• Wat kost het?
• Hoe wordt het gepresenteerd?
• Hoe is het verpakt?
• Hoe vervoert iemand het?
• Wat zijn afgeleide producten?
• Welke artiesten doen er mee?
• Hoe is de sfeer?
• Etc.

Elevator pitch

Schrijf jouw concept in eerste instantie in een paar regels uit. Eigenlijk zou je het moeten kunnen vertellen in circa 30 seconden. Stel jezelf voor dat je iemand die je nodig hebt kort ontmoet in de lift en je wilt zoveel indruk maken, dat je het later langer kunt toelichten. Een uitgebreider verhaal komt daarna dan wel.

Organisatorische aspecten

Naast de directe kenmerken van het product kan je ook jouw eigen of bedrijfsomgeving in kaart brengen. Het zijn veelal praktische en personele zaken. Hiermee kan je bepalen in hoeverre je zelf in staat bent om het uiteindelijk daadwerkelijk te gaan realiseren. Er zijn natuurlijk aardig wat onderdelen die daarmee te maken hebben maar kijk in ieder geval eens naar de onderstaande onderdelen.

Wie ben je?

Het is belangrijk dat je even kritisch naar jezelf kijkt. Zo kan je bepalen of je de juiste persoon bent om het product of initiatief uit te gaan voeren. Wellicht is het jouw taak om iets te bedenken en zul je er daarna anderen bij moeten zoeken om het tot het gewenste resultaat te brengen. Een handigheid daarbij is het in kaart brengen van de taken en werkzaamheden die je daarbij verwacht. Dat zijn er vaak best wat en de kans is best groot dat je niet in alles even goed bent. Daarnaast is het misschien nog wel belangrijker dat je het leuk vindt om te doen. Zet de taken in een schema en bepaal:

• Wat je leuk vindt en waar je goed in bent. Deze taken voer je bij voorkeur zelf uit.
• Wat je leuk vindt maar waar je niet goed in bent. Hierbij kan je proberen in te schatten of je het gemakkelijk aan kunt leren of dat je er iemand bij moet gaan halen.
• Waar je goed in bent maar wat je niet leuk vindt. Tja, je kan niet alles hebben en zeker in de beginfase van jouw onderneming heb je niet altijd genoeg geld om iemand in te huren. Dan is het handig om het voorlopig toch even zelf te blijven doen.
• Waar je niet goed in bent en wat je niet leuk vindt. Hier zoek je zo snel mogelijk iemand anders voor.

Welke mensen zijn er (intern) bij betrokken?

Wellicht ben je bij de start al niet alleen. Dat is mooi. Stel dat je binnen een bestaande organisatie werkt, dan is het goed om in kaart te brengen wie je kunt inzetten voor dit project of initiatief. Door goed te bepalen welke werkzaamheden erbij komen kijken en wie je daarvoor sowieso kunt inzetten, kan je uiteindelijk zien of je nog anderen in zal moeten huren of niet.

Wat heb je aan beschikbare faciliteiten?

Bepaal eens welke faciliteiten zoals productiemiddelen, materialen, vervoersmiddelen, de werkomgeving en dergelijke je nodig gaat hebben om het project of initiatief tot een goed einde te gaan brengen. Kijk goed wat je al hebt of binnen jouw organisatie kunt vinden. Dan weet je daarna welke dingen je extern zal moeten inhuren of kopen.

Hoeveel tijd kun je er aan besteden?

Tijd is vaak een belangrijke factor. Soms bedenk je een geniaal concept terwijl je daarnaast nog fulltime werkzaam bent. Dan kan dat invloed hebben op de tijd die je hieraan kunt besteden. Maak een planning en bepaal of bijvoorbeeld jouw doelen realistisch zijn. Vervolgens kan je kijken of het bijvoorbeeld sneller kan gaan wanneer je er iemand bij vraagt.

Wat is het budget dat je hebt?

De meeste dingen kosten nou eenmaal geld. Als je een project of initiatief gaat realiseren is de kans groot dat je kosten krijgt. Deze kunnen direct met het product te maken hebben (zoals materiaalkosten) of met organisatorische aspecten (zoals bijvoorbeeld de huur van een kantoorpand). Door in kaart te brengen wat jouw eigen of interne budget is, kan je bepalen welke externe vormen van financiering je nog nodig gaat hebben. Hiervoor kan je later bijvoorbeeld publieksinkomsten genereren (wellicht wel via crowdfunding), sponsors zoeken of subsidies en fondsen aanvragen.

Mocht je vanuit jouw expertise zelf over kennis beschikken die bij dit onderwerp zou passen, of zie je mogelijkheden tot de verbetering van deze tekst, dan zien we jouw bericht graag tegemoet via info@cultuuracademy.nl.